Deze studie is uitgevoerd door Mott MacDonald, in samenwerking met hun partner Zwarts & Jansma architecten. De opdracht is verleend door de Werkmaatschappij Almere Amsterdam.
De IJtram is bedoeld als hoofddrager van het Openbaar vervoersysteem, met name op de relatie naar Amsterdam CS - IJburg. In de huidige situatie wordt in de spits een frequentie van 12 voertuigen per uur per richting aangeboden. Dit gebeurt met relatief korte voertuigen: de 29 meter lange Combino’s. In de toekomst wordt de IJtram, volgens de huidige plannen, verlengd naar Centrumeiland en Middeneiland (IJburg 2). Ook zijn een aantal busverbindingen gepland.
Er zijn plannen om een nieuwe metrolijn te openen in 2025 met haltes in IJburg 2. De overheid overweegt of deze IJmeerverbinding ondergronds of bovengronds door IJburg zal lopen en waar een overstap van metro naar IJtram wenselijk is.
De vraag of er een upgrading nodig is naar een metrosysteem is vooralsnog ontkennend beantwoord. Hiervoor is de vervoervraag te laag en een metro oplossing zou geweld doen aan het ontsluitende tramsysteem met veel haltes in IJburg. Wel is een kwaliteitssprong nodig om de snelheid en kwaliteit van de IJtram verder te verbeteren. Hiervoor zijn diverse oplossingen ontworpen.
De beoogde investering is circa €130 miljoen tot €190 miljoen. Het laatste bedrag gaat uit van de dure maar ook aantrekkelijke optie ter hoogte van Zeeburgereiland en de op- en afritten van de A10 en een nieuwe eindhalte op Amsterdam CS. Materieelkosten, de aanschaf van nieuwe voertuigen, zijn daarbij nog niet opgenomen. Uitgegaan wordt van circa 16 nieuwe Light Rail voertuigen met een lengte van 75 meter.
De voorgestelde oplossing is aanzienlijk goedkoper dan een schaalsprong naar metro, die wordt geraamd op €480 miljoen. Het voorstel van Mott MacDonald wordt daarom ook in verdere overweging genomen bij het zoeken naar de meest geschikte oplossing. Het project wordt naar alle waarschijnlijkheid gerealiseerd tussen 2020 en 2025.