Het tracé van dit enkelsporige niet geëlektrificeerde baanvak is sinds 1991 niet meer in gebruik, maar is voor een groot deel nog wel aanwezig. In het grens-gebied wordt de lijn als toeristische attractie gebruikt voor fietslorries.
Tezamen met het Duitse bureau TTK (nu RambØll Germany) heeft Mott MacDonald de technische mogelijkheden beschouwd voor het opnieuw in gebruik nemen van de lijn met drie alternatieve operationele invullingen (aansluitend op een eerder uitgevoerde vervoerwaardestudie, exploitatieberekening en MKBA die de Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft laten opstellen):
- Een tram die gecombineerd zou kunnen worden met bestaande plannen van de Gemeente Nijmegen om een stadstram aan te leggen;
- Een tramtrein biedt de mogelijkheid om aan te sluiten op een eventueel tramnetwerk en tevens op het bestaande Duitse netwerk als trein verder te rijden tussen Kleve en Weeze, met een nieuwe aftakking naar Weeze Airport.
- Een treinoplossing: het doortrekken van de bestaande Duitse diesellijn van Düsseldorf over Kleve naar Nijmegen
Mott MacDonald en TTK hebben de knelpunten geïnventariseerd en inzicht verschaft in de oplossingsmogelijkheden. Aandachtspunten voor de technische inpassing bevinden zich onder andere tussen de huidige stations Nijmegen en Nijmegen Heyendaal (beschikbare ruimte en in gebruik zijnd dubbel spoor Nijmegen-Venlo), de passage door de kern van Groesbeek en de wegen in Kleve. Alle technische problemen zijn echter oplosbaar met de door Mott MacDonald en TTK aangegeven oplossingsrichtingen. Tevens hebben Mott MacDonald en TTK de bouwkosten voor de revitalisering van de lijn bepaald.
De Stadsregio Arnhem Nijmegen, de gemeente Nijmegen en ProRail zijn enthousiast over heringebruikname van de lijn en kijken naar mogelijkheden om een vervolg te geven aan de huidige studie, die is gedaan in het kader van het Europese project Sintropher.